Nieuws:

Vergeet niet te stemmen op de vraag van de week!

Hoofdmenu

Chapter 6: The Rat

Gestart door poltergeist, juli 17, 2008, 18:21:51 PM

Vorige topic - Volgende topic

poltergeist

Previously on Hunted
Hilje en Robin, die elkaar gevonden hebben in een moeilijke periode, belanden in het leger. Robin beseft echter nog niet dat hij op stap is met de enige man die zijn gelijk kan bewijzen. Robin wordt immers verdacht van brandstichting op zijn werkplaats. Yolanda wordt opgesloten wegens de moord op Martin en Luc. Luc vecht nog steeds voor zijn leven en Maarten wijkt geen moment van zijn zijde, vastbesloten om wraak te nemen.

Hilje draaide zich nog maar eens om in zijn veel te smalle bed. Hij had geen oog kunnen dichtdoen sinds die enkele woorden van Robin. Ze galmden steeds weer door zijn hoofd, Robin wist wie hij was, wie hij echt was. Steeds weer dacht hij aan een oplossing voor zijn probleem, maar hij vond er geen. De hele nacht had hij op een briljant plan gewacht, maar er was er geen gekomen. Hij had dan ook de hele nacht in zijn bed zitten woelen, tot groot ongenoegen van Martijn die op een gegeven moment een laars naar zijn kop had geslingerd.

Stipt om 5 uur vlogen de deuren van de slaapzaal open. Op elke andere dag had Hilje dit moment vervloekt, maar nu zag hij het als een zege. Eindelijk had hij een beetje afleiding en moest hij niet steeds aan Robin denken. De luitenant stapte bruusk tussen de bedden die in 2 lange rijen doorheen de slaapzaal waren opgesteld.
'Goedemorgen recruten! De zon is op, dus maak dat jullie uit je bed zijn!'
Samen met de rest sprong Hilje uit zijn bed en trok hij zijn broek en hemd aan. Hij deed snel zijn vervloekte laarzen aan en ging daarna voor zijn bed staan. De luitenant keek afkeurend naar Martijn, die een van zijn laarzen niet kon vinden en daardoor veel te laat voor zijn bed stond. Al vanaf de eerste dag werden ze hier opgeleid om op elk gegeven moment direct klaar te zijn. Hilje zou nooit de nacht vergeten waarin de luitenant om 3 uur 's nachts was binnengevallen en kwaad was geworden omdat Martijn er 20 minuten over had gedaan om uit te vissen dat hij aan het proberen was om zijn linkerlaars aan zijn rechtervoet te doen. Dat voorval had hen 10 extra kilometers opgeleverd, in het midden van de nacht.
'Trek niet zo'n gezicht Bruneel!' schreeuwde de luitenant naar Robin. 'Als je hoor wat ik te zeggen heb monter je zo weer op.'

Heen en weer, steeds heen en weer. Niets anders, gewoon heen en weer. Yolanda wiegelde naar voren en dan weer naar achter op haar bed, dat meer op een houten plank met een dunne matras leek. Ze had haar knieën omhooggetrokken en hiel haar armen er stevig rond geklemd. Zo wiegelde ze, steeds heen en weer. Ze keek door de tralies van haar cel, die tegelijk haar redding als haar probleem waren. Ze wist dat het bijna tijd was. Nog even. Zo wachtte ze, steeds heen en weer.
Om 8 uur schoten de deuren los en gleden ze met een vrolijk geratel open. Het was tijd voor het ontbijt, maar Yolanda had dringendere zaken te doen. Ze liep regelrecht naar de telefoon op de binnenplaats en draaide blindelings een nummer. Na wat een eeuwigheid leek nam de persoon aan de andere kant op. Er klonk een grom als begroeting vanaf de andere kant van de lijn.
'Goedemorgen schatje!' zei Yolanda uiterst opgewekt.
'Had ik niet gezegd dat je me niet meer mocht bellen!' Knorde de stem aan de andere kant van de lijn. 'Wat als zij had opgenomen?'
'Dan had jij een probleem Levi, wie weet kwam je me dan wel gezelschap houden. Weet je, gevangenissen zijn nogal saai. Zo weinig kleur. En laten we eerlijk zijn, ook jij geniet stiekem van deze gesprekjes. Dus laten we deze keer het heen en weer dreigen overslaan en vertel me liever hoever je staat.'
'Yolanda luister, ik ga echt niet van Evelien scheiden zodat je de helft van haar bezittingen kan opeisen!'
Yolanda liet Levi niet uitspreken maar antwoorde uiterst vrolijk.
'Zwans niet kerel, 4 maanden geleden zou je er nog alles voor over hebben gehad. Je zou haar zelfs vermoord hebben als je die kans...'
Yolanda had haar zin niet afgemaakt. Een tel bleef het akelig stil aan de telefoon.
'Dus dat ben je van plan Levi. Je wacht op een mooie kans om haar af te slachten. Nu Bram uit de weg is krijg je heel haar vermogen. Weet je Levi, jij bent ontzettend slecht.'
Levi antwoordde niet.
'Maar ik hoop,' vervolgde Yolanda, 'dat je onze afspraak niet vergeten ben. Je hebt vandaag nog precies 100 dagen om me hieruit te halen en de 3 miljoen op mijn rekening te zetten Levi. Dus als ik van jou was zou ik maar opschieten. Wie weet wat voor leuke kiekjes er anders kunnen opduiken. Moet ik er eens een opsturen Levi?'
Levi huiverde hoorbaar.
'Waarom 100 dagen Yolanda? Waarom zit je niet gewoon je straf uit en ga je daarna niet rentenieren met je geld? Waarom wil jij zo graag ontsnappen?'
Maar Levi zou nooit antwoord krijgen op die vraag. Yolanda had ingehaakt. Ze was teruggegaan naar haar cel, had daar even snel onder haar flinterdunne matras gekeken en was er weer op gaan zitten. Ze begon te wiebelen, steeds heen en weer.

Nog 100 dagen
Maarten zette zich voorzichtig op het bed van Luc, die inmiddels niet meer in de kiemvrije kamer moest. En staarde naar het Tv-scherm. Luc lag nog steeds in een diepe coma. De dokters vermoedde dat zelfs als Luc nog ontwaakte, hij voor altijd verlamd zou zijn vanaf zijn 4 de ruggenwervel. Maarten waakte dag en nacht over zijn grote broer. Het stond al bijna vast dat Maarten zijn jaar opnieuw moest doen, maar dat kon hem niet schelen. Zijn ouders waren net iets gaan eten in de cafetaria van het ziekenhuis en dus profiteerde Maarten van de gelegenheid om een aflevering van MacGuyver extra hard te zetten.
Na een tijd, MacGuyver had net een afluisterapparaat gemaakt met een paperclip, wat batterijen en de hoorn van een oude telefoon, hoorde Maarten dat Luc begon te kuchen. Van verrassing sprong Maarten recht. Voor het eerst in maanden gaf Luc een teken van leven! Maarten was euforisch, maar nog voor hij uit gejuicht was wist hij dat er iets vreselijks mis was. Luc hoestte immers veel te hard en begon bovendien helemaal te trillen. Van top tot teen beefde hij. Alle apparaten rondom hem begonnen angstvallig te piepen. Maarten keek er angstvallig heen, er was iets goed fout. Een team van dokters kwam binnengestormd en een van hen werkte Maarten handig de kamer uit. Net voor de deur dichtging hoorde hij de dokters.
'Hij heeft een toeval! Geef hem 1 milligram adrenaline!'
Verscheidene dokters renden om hem heen, een van hen had een luchtpomp gepakt en was Luc aan het beademen, terwijl een ander vlug iets in zijn aderen spoot.
Maarten keek verslagen toen de deur dichtviel. Geen enkele dokter was blijven staan om te zeggen dat het wel zou goed komen, wat niet van hun gewoonte was. Hierdoor wist Maarten het wel zeker. Het ging slecht met zijn broer. Uiteindelijk kwamen de dokters buiten. Geen van hen keek Maarten direct aan. Uiteindelijk raapte 1 van hen genoeg moed bij elkaar en keek Maarten aan. In zijn ogen kon Maarten het direct aflezen. Hij had zijn woorden niet nodig om te beseffen dat Luc dood was. Maarten zakte door zijn knieën. Toen hij op de grond plofte hoorde hij wat hij al lang wist. 'Het spijt me maar Luc heeft het niet gehaald.'


Die hele dag bleef Robin uit Hilje zijn buurt. Als hij eens naar Robin omkeek tijdens een van de vele push-ups keek hij enkel terug met een vage blik zonder enige emotie in zijn ogen. Hilje wist dat het slechts een kwestie van tijd was voordat de hel losbarste.

Robin ging naast Martijn zitten in de briefing room. Blijkbaar had de luitenant iets belangrijks te melden want normaal was deze kamer veel te proper voor enkele groene soldaatjes. Martijn keek hem schattend aan.
'Wat is dat tussen jou en Levi vandaag? Normaal ben je niet van hem te scheiden.'
'Niets dat jou wat aangaat.' Gromde Robin en hij richtte zijn blik op het podium.
'Is het uit?' zei Martin, terwijl hij een valse glimlach niet kon inhouden.
Robin sloeg zijn elleboog net onder zijn ribben. Martijn hield abrupt op met lachen.
'Ik heb nooit iets gehad met iemand van zijn soort, jij moddervreter.' Zei Robin toen Martijn eindelijk weer genoeg moed had om hem aan te kijken. Voor ze verder konden ruzie'en kwam de luitenant binnen. Er twinkelde iets in zijn ogen. En dat kon maar 1 ding betekenen. Problemen.
'Recruten,' begon hij, 'ik heb een mededeling.' Volgende week gaan we op buitenlandse training. Aangezien het voor de hand ligt dat de volgende wereldoorlog gestreden zal worden in de oliereservaten in de woestijn en in jungles van criminele landen zal de training in Colombia plaatsvinden. Volgende week gaan we met een legervliegtuig ernaartoe. Bovendien kunnen jullie je technieken voor parachute springen dan voor het eerst uittesten in een levensechte situatie. Colombia is een gevaarlijk land, maar een stuk veiliger dan Afghanistan. Maar dat wil nog niet zeggen dat jullie je waakzaamheid moeten verlagen. In de jungle van Colombia leven tientallen rebellen van het FARC regime.'
Robin zakte onderuit in zijn stoel. Het volgende uur kregen ze details over de rebellen, het land, en de missies die ze er gingen doen. Blijkbaar gingen ze er ook mijnen opruimen voor de plaatselijke bevolking. Het kon Robin niet schelen, de jungle zou een aangename afwisseling zijn voor de modder waar ze nu elke dag in zaten te rollen.
Net toen de luitenant zijn PowerPoint presentatie wou afsluiten kwam er een generaal her podium opgestapt. Hij fluisterde angstvallig in zijn oren. De luitenant keek hem daarna schattend aan en knikte toen kort. De generaal draaide zich om en ging weer weg.
'Iedereen gaat nu voor zijn bed staan! We gaan jullie slaapzaal controleren! Jullie hebben blijkbaar last van een rat.'
Robin wist meteen dat dit door de mysterieuze generaal kwam. Hij keek even snel naar Hilje en zag dat hij even naar Robin knikte met een kleine glimlach op zijn gezicht.

'Bruneel!' Schreeuwde de luitenant die meteen naar Robin was gelopen bij het binnenkomen van de slaapzaal. 'Draai die matras van je om!'
Robin had geen idee waarom de luitenant zich kwaad op hem maakte. Maar zodra Robin zijn matras omdraaide wist hij waarom. Daar lag een klein doorschijnend zakje met bruinwitte poeder. Robin keek verbaast naar de luitenant.
'Ik.. ik weet van niks!' riep hij.
Maar niemand kon Robin horen, het gebrul van de luitenant overstemde zelfs de schietoefeningen die verderop werden gehouden.
'Wat wordt er over drugs gezegd Bruneel? Wij geven hier iedereen een kans! Iedereen is hier welkom: mislukkelingen, vreemdelingen en zelfs Hollanders! Wij willen alleen niet dat onze soldaten aan de drank of drugs raken! En nu doe jij zoiets! 4 maanden nadat je hier voor het eerst binnenkwam als een mak schaap!'
'Maar ik heb niks gedaan!' Schreeuwde Robin.
'Dat mag je aan je lieve moeder gaan vertellen Bruneel! Jij vliegt eruit! Pak je spullen en verdwijn!'
Hilje staarde naar de grond. Hij durfde niet opkijken naar Robin, die druk bezig was om zijn kleren in een sportzak te gooien. Als je maar wist wie je moest aanspreken kon je alles in dit leger krijgen. Het had Hilje zijn laatste cent gekost om de drugs te kopen, en hij had doodsangsten uitgestaan toen hij het onder de matras van Robin had gestoken. Maar die gevoelens verbleekten in het niets als hij terugdacht hoe hij net voor de presentatie van Colombia naar de generaal was gegaan en had verteld hoe hij had gezien hoe Robin weer in zijn oude gewoonte was hervallen en weer aan het gebruiken was. De generaal had hem met een gemene glimlach aangekeken. 'Het eerste ratje van deze lading soldaten. Jij gaat het nog ver schoppen Claesen.'

De deur sloeg met een klap dicht. Robin was vertrokken. Hij liet alleen een leeg bed achter. Het bleef doodstil in de zaal, uiteindelijk riep de luitenant: 'Genoeg getreuzeld voor vandaag, het park wacht.'


Volgende keer in HUNTED.

Chapter 7: Firestarter
Maarten is vastbesloten om de dood van Luc te wreken en zal er alles aan doen om die wraaklust te stillen. Ondertussen is ook Robin bezig om zijn verleden te verwerken en komen we stilaan te weten waarvoor hij al maanden op de vlucht is.

Ulysses

"If God is watching us, the least we can do is be entertaining."