Nieuws:

Beng ook eens een bezoekje in het altijd gezellige Hotforum café

Hoofdmenu

Chapter 8: The Kindness of Strangers

Gestart door poltergeist, augustus 07, 2008, 19:35:12 PM

Vorige topic - Volgende topic

poltergeist

Previously on Hunted
Marloes en Jorg worden ontvoerd door farc rebellen in eht verre Colombia. Hetzelfde Colombia waar Hilje met het leger een training doet. Nadat Evelien het heeft uitgemaakt met Hilje vond ze een nieuwe man: Levi. Ze weet echter niets van zijn duister plan om haar vermogen te stelen.

94 dagen
'Goedenacht, beste luisteraars, het is 1 uur, de nacht ligt nog volledig voor jullie open. Ik ben jullie DJ voor de volgende 3 uur!'
Sjors schrok wakker van de veel te vrolijke stem die weergalmde uit zijn speakers. Hij wou het volume minder zetten, maar bedacht zich en zette het net hoger. Hij was al een keer in slaap gevallen en zou een tweede keer absoluut moeten voorkomen. Gelukkig was er maar weinig verkeer op de A7 en had niemand gemerkt dat zijn ford focus over het rechter rij vak had geslingerd. Sjors vloekte binnensmond toen hij zijn blik op de benzinemeter viel, hij had bijna de afslag naar de pomp gemist.
Het was een nacht zonder maan en de hitte van een vroege zomerdag was nog duidelijk voelbaar in de auto. Het was een zware dag geweest en wou Sjors nu liever in zijn bed kruipen dan overuren kloppen. Hij stuurde verveeld zijn auto de afrit op, zonder in zijn spiegels te kijken, en deed het raam een beetje open. Het hielp niet veel maar toch had hij nu een beetje koelte.
Hij parkeerde zijn wagen schuin bij pomp 7 en stapte uit. Zoals hij had gevreesd was het ook in het tankstation nog steeds bloedheet. Lente of zomer, tegenwoordig had die opsplitsing geen nut meer. Voor hij uitstapte keek hij nog vlug even of zijn haar goed zat. Hij was toch enigszins tevreden dat zijn donkerblonde haar nog steeds strak achterover lag.Hij nam de slang van de pomp en zag met een hopeloze blik hoe de ene liter na de andere in de bak verdween. De diesel was nog nooit zo duur geweest en als Sjors het niet op het nieuws had gehoord zou hij gezworen hebben dat deze pomphouder met zijn prijzen had geknoeid. Uiteindelijk was zijn bak vol en klikte hij opgelucht de tankdop weer op zijn ford. Hij stapte vermoeid in en reed verder. Een enkele troosteloze lantaarnpaal wierp een licht op de oprit van de snelweg. Normaal zou Sjors hier niet op letten was het niet dat er nu een kleine gedrongen man onder stond. De oranje gloed die op hem neerdaalde deed hem meer op een geest dan op een mens lijken, maar toen Sjors naderde zag hij dat dit effect veroorzaakt werd door zijn lijkbleke huid. Hij hield een bordje in zijn hand waar Rotterdam op stond. Sjors handelde instinctief, hij stopte zijn wagen en liet de lifter instappen. Het zou hem in ieder geval wakker houden.
'Ga je naar Rotterdam?' vroeg de kerel toen hij instapte. Hij droeg een zwarte sportrugzak bij zich en had een dikke leren jas aan, hoewel het buiten bloedheet was. Onder zijn jas stak een wollen trui met kap uit, zodat hij rechtstreeks uit een vriezer leek te komen. Hij had wallen onder zijn ogen en Sjors had meteen een beetje spijt dat hij gestopt was.
'Nee, ik ga naar Wognum, maar ik besloot even rechtsomkeer te maken om een lifter te pesten, kom jongen stap in, ik breng je wel.' Even keek de jongen nijdig naar Sjors maar stapte daarna toch in.
'Bedankt, ik ben Joost.' Zei hij uiteindelijk toen hij op de passagiersstoel van de tweedeurs neerplofte.
'Sjors' antwoordde Sjors beleefd, en hij stak zijn hand uit terwijl hij weer vol gas gaf. In de verre omtrek kon men de slippende banden horen.
'Jij bent ook nog laat aan het liften, en dan nog wel met die kleren.'
'Ik weet het, bijna niemand wou me meenemen, ze denken vast dat ik een of andere gestoorde maniak ben.'
Sjors ging er niet verder op in, volgens hem zag hij er inderdaad uit als een of andere gestoorde maniak.

Uiteindelijk viel de man best mee vond Sjors. Hij hield hem wakker met zijn eeuwigdurende analyses van de laatste wedstrijden van PSV en hij moest enkel af en toe eens knikken. Ze waren er bijna. Plots klonk er de begintune van het journaal op zijn radio. Sjors keek verbaasd naar zijn alarmklok, het was 41 over 1. Normaal waren er 's nachts sowieso geen nieuwsuitzendingen.

'Goede nacht, wij onderbreken dit programma voor een opsporingsbericht. De politie is op zoek naar Joost Ansems. Deze man van 27 jaar is gevlucht bij een politiecontrole nadat men kilo's heroïne in zijn koffer had gevonden. De man is mogelijk gewapend en is zeer gevaarlijk. Als u hem ziet moet u onmiddellijk de politie waarschuwen. Joost is 27, draagt een leren jack met een blauwe trui eronder. Hij heeft een spijkerbroek aan en zwarte schoenen. Hij heeft ook een zwarte sport..'
Joost draaide de radio uit en keek Sjors schattend aan. Sjors kon alleen terugstaren, hij had geen enkel oog meer voor de truck die veel te snel dichterbij kwam. Even keken de mannen elkaar aan, alsof ze elkaar pas voor het eerst zagen. De man reikte naar een zak in zijn leren jack, die hij droeg om wapens te verbergen besefte Sjors nu. Hij draaide in een reflex aan het stuur en de wagen sloeg naar rechts. De vrachtwagen scheurde ze maar net voorbij terwijl Sjors en Joost naar rechts werden geslingerd. Joost zijn hoofd knalde tegen het raam maar was al snel hersteld. Sjors trok op en reed langs de pechstrook verder. Toen hij ruimte zag, en hij Joost weer een poging zag doen om een wapen te grijpen, scheurde hij weer naar links en gleed hij nipt tussen 2 wagens in. Joost, die de bruuske beweging niet verwacht had, sloeg weer alle kanten op maar Sjors reed verder. Hij keek Joost zelfs lachend aan.
'Dus jij bent ge-vaar-lijk?'
Hij beklemde elke klemtoon door fel aan zijn stuur te draaien zodat de wagen steeds meer op een spinnende tol ging lijken.
Joost krabbelde weer overeind, zijn lip was gescheurd en bloedde nu. Sjors zag een onverlichte afrit voor een parking en twijfelde geen moment. Tegen 240 reed hij de parking op en deed de wagen al spinnend tot stilstand komen. Weer was Joost niet voorbereid en kwam met een klap tegen het dashboard terecht.
'Je hebt echt de verkeerde lift gekozen makker.' Sjors stapte uit en liep rond zijn auto. Joost lag versuft tegen het dashboard, hopend dat de auto niet weer zou gaan spinnen. Sjors deed zijn portier open en sleurde Joost naar de berm. Hij liet de man bruusk op de grond vallen en stampte hem recht in zijn gezicht. Hij trok een grijns van voldoening toen hij het gekraak hoorde van een kaak die gebroken werd.
'Heb je nooit geleerd dat je niet van dieven mag stelen?'
Joost probeerde wel te praten, maar uit zijn vertrokken gezicht maakte Sjors op dat dat onmogelijk was.
'Je hebt van Robert gestolen, dat is de laatste vergissing die je ooit zult maken. Wees hem maar dankbaar dat het snel moest gaan van hem.'
Sjors draaide zich om, hij voelde niets. Geen spanning, geen wraak, geen angstig gevoel. Hij deed gewoon zijn job, en de man die daar lag was zijn loonbriefje. Hij stapte naar het koffer van zijn wagen en haalde er handschoenen en een baseball bat uit. Terwijl hij terug naar Joost wandelde maakte die smekende geluidjes, maar Sjors negeerde hem. Voor excuses was er geen tijd meer. Met een walgelijk gekraak brak de schedel van Joost. De man was op slag dood. Sjors duwde het lijk verder de berm in met zijn schoenen. Tot zijn voldoening hoorde hij een plons toen het lijk een diepe gracht in viel. Ze zouden hem nooit vinden. Hij nam zijn mobiel en belde het nummer van zijn opdrachtgever. Hij wist enkel dat hij Robert noemde, maar dat was alles wat Sjors nodig had. De beltoon hield op en Sjors wist dat zijn opdrachtgever luisterde.
'Het is gedaan, de vracht zal na de betaling zo snel mogelijk bij u aankomen.'
Sjors haakte onmiddellijk terug in. Hij liep naar een afvalcontainer en smeet zijn gsm erin, gevolgd door zijn twee handschoenen. Zijn werk zat erop. Hij nam het baseball bat en stak die weer in het koffer van zijn focus. Die zou hij wel ergens anders dumpen. Toen hij net weer in zijn auto zat ging zijn andere gsm alweer. Met een zucht nam hij op.
'Ja?'
'Sjors? Levi hier. Wil je nog eens een groot klusje voor me doen?'
Sjors was onmiddellijk een en al oor. Normaal zou hij tegen iedereen nee zeggen die het lef had om hem om 3 uur 's nachts te bellen maar voor Levi maakte hij een uitzondering. Die betaalde goed.

Levi zat uitgeput in zijn stoffen zetel. Hij nipte aan zijn whisky. Er was niets dat beter hielp tegen zijn steeds groeiende problemen dan een goed glas. Met wat geluk zou Sjors slagen en zouden al zijn zorgen over zijn. Natuurlijk zou het hem een hoop geld kosten, maar in ieder geval minder dan dat wat Yolanda van hem eiste. Maar hij kende Sjors. Hij had hem ook al uit de nood geholpen toen de gemeente landbouwgrond wou maken van de gronden rond zijn televisie maatschappij, wat een eventuele uitbreiding onmogelijk zou maken. Gelukkig veranderde die mening van de gemeente toen het protesterende lid op een morgen dood in bad was gevonden. De arme stakker had zelfmoord gepleegd. Door dat ongelukkig toeval kon Levi zijn studio's fors uitbreiden en had zijn televisiezender de omvang die het nu had. De grootste van Nederland.
Hij probeerde te genieten van zijn whisky en zijn radio die in de verte een klassiek deuntje afspeelde hoewel steeds weer spoken uit een ver verleden door zijn hoofd dwaalden. Vroeger was vroeger, nu moest hij met deze problemen afrekenen.
'Levi!' klonk plots de felle stem van Evelien uit de hal. 'Ik ben de post gaan halen. Wie zend jou iets vanuit de gevangenis?'
Zijn glas viel in scherven uiteen op de houten parketvloer terwijl hij naar de hal spurtte en het pakje uit Evelien haar handen trok.
'Wat scheelt er in godsnaam met jou? Van wie is dat pakje?' Evelien keek hem nijdig aan. Hoewel ze nog niet volledig opgemaakt was, iets waar ze elke dag ten minste 3 uur voor nodig had, zag ze er toch al beeldig uit. Maar Levi negeerde haar, wat hem een gemene en vuile blik opleverde. Hij wist wat die betekende. Hij zou zich voor een week zelf moeten vermaken.
Maar nog voor hij het pakje kon bestudeerde graaide Evelien al weer met haar hand vol messcherpe vingernagels en gritste het pakje weer uit zijn handen.
'Ik zei, van wie is dat pakje.'
Ze gunde hem weer die speciale blik. Hij moest ten allen tijde voorkomen dat Evelien het zou openen. Wat zou Yolanda erin hebben gestoken? Foto's van hem en Bram? Foto's die ze zou hebben opgebrand maar stiekem bewaard had om hem voor veel meer te kunnen chanteren?
'Geef hier! Het is vast verkeerd bezorgd.'
Levi graaide opnieuw naar het pakje maar was net te laat. Evelien scheurde het open en haalde er een dikke stapel papieren uit. Levi wachtte bang af, net of er nog niet genoeg problemen waren ging Yolanda ook nog eens moeilijk doen. Gespannen wachtte hij af terwijl Evelien haar blik over de bladzijden gleed.
'Moet je nu echt moeilijk doen om een veiligheidsenquête?' Zei ze, en ze smeet hem de bundel papieren toe.
Maar bij de eerste blik op het bundeltje papieren wist Levi al dat Yolanda hier achter zit. Zijn oog was gevallen op de laatste vraag. Net onder die vraag was de naam te lezen van de persoon die de enquête had opgesteld.
'Y. Van Baal', bracht hij vol afschuw uit terwijl hij de vraag net boven die naam las: "Wil u post in de toekomst voorkomen?".

93 dagen
'Waar wachten jullie op? GAAN! Stelletje angsthazen! GO GO GO GO!'
De commandant schreeuwde tegen Martijn en iedereen die toevallig in zijn buurt stond. Martijn had een tel getwijfeld om uit het vliegtuig te springen, een aarzeling die Hilje goed kon begrijpen als je wist dat tijdens hun laatste training de parachute van Martijn maar op het nippertje openging. Parachutes van het leger dienden om snel beneden te zijn, niet om veilig te landen. Maar nog voor de commandant was uitgeschreeuwd was Martijn al op weg naar beneden, geholpen door een flinke duw van de commandant. Het was nu de beurt van Hilje om zich uit het vliegtuig te laten vallen. Even sloot hij zijn ogen en wou hij dat hij in een God geloofde, het volgende moment voelde hij hoe de aarde aan hem trok. Toen hij zijn ogen opendeed was alles groen. De jungle van Colombia strekte zich onder hem uit. Terwijl ver beneden hem nog steeds het angstige geschreeuw van Martijn klonk zocht hij snel het groene touwtje en trok er met alle macht aan. Hij was opgelucht toen hij voelde hoe zijn vaalwitte parachute opbolde en zijn val iets vertraagde. Onder hem stevende Martijn nog steeds op de aarde af maar ook deze keer wist hij net aan de dood te ontsnappen door zijn parachute op het laatste ogenblik te openen. Ook hij zou een onzachte kennismaking maken met de bomen van Colombia, maar hij zou nog leven.

Jorg betrapte zichzelf erop dat hij naar Marloes zat te staren terwijl ze met haar pikhouweel de grond toetastte. Ze hadden de opdracht om samen met enkele andere gevangenen de grond rotsvrij te maken. Zo zou er een vlak veld ontstaan waar een helikopter kon landen. En stiekem vond Jorg al die dwangarbeid geen probleem. Die dwangarbeid had Marloes zelfs deugd gedaan, al verfoeide hij zichzelf altijd als die gedachte bij hem opkwam. Toen hij merkte dat een bewaker, tot op de tanden gewapend, hem in het oog kreeg ging hij vlug verder met zijn spade. De bewaker was er meer voor de sier, en kwam alleen af en toe eens kijken. Jorg en Marloes hadden op de harde manier geleerd dat er geen ontsnappen aan was. Ze waren omringd door jungle. Als hij eten wou hebben moest hij alles zo vlak mogelijk krijgen, een haast onmogelijke taak in de jungle van Colombia waar de grond zo hard als steen was. De bewaker wende zijn blik af van Jorg en ging even naar een onderhoudshok, waar voorraden lagen voor bewakers die de taak hadden om de gevangenen te bewaken. Hij maakte het hangslot dat voor de deur zat los en ging naar binnen. Plots hoorde Jorg een vliegtuig en keek hij hoopvol op. Hij zag dat Marloes en de bewaker, die haastig uit het hokje kwam rennen, hetzelfde deden. Zouden ze hen nu eindelijk komen redden?
De ene witte ballon na de andere viel uit het vliegtuig. Jorg keek naar Marloes en die beantwoorde zijn glimlach. Ze kwamen hen halen! Eindelijk gebeurde er iets.
'Iedereen liggen!' schreeuwde de bewaker tegen zijn arbeiders. Ook hij had de vele parachutes gezien. Jorg bleef hoopvol omhoog kijken. Eindelijk had hij weer zin om te leven. Het kon hem zelfs niet schelen dat de bewaker een grote stofwolk in zijn gezicht trapte toen hij hem tegen de grond drukte. Vervolgens rende de bewaker naar het hoofdgebouw om de anderen te waarschuwen.
'Ze komen ons halen!' riep Marloes. Ook zij klonk beter levendiger dan ooit.
Jorg keek nog even omhoog, maar terwijl zijn blik omhoog schoot viel zijn oog op een blinkend voorwerp. Het hangslot van het hokje was nog open. Hij keek even naar de kant waar de bewaker verdwenen was.
'Ik ga naar binnen.' Zei Jorg. Meer tegen zichzelf om moed te krijgen dan tegen iemand anders.
'Wat?' vroeg Marloes die hem aankeek. Haar bruine haren waren vuil en zaten vol klitten en was veel langer dan 4 maanden terug. 
'Ze moeten weten waar we zijn! We hebben walkietalkie's nodig! En die liggen in dat hok! Dat zag ik de vorige keer! Zo kunnen we het leger informeren over hoe er hier moete komen. Dit is onze kans Marloes! Hij heeft het slot niet vast gemaakt. Zo vriendelijk zijn ze nog nooit geweest!'
Voor Marloes nog een woord kon zeggen was hij weggesprongen en het hok in gerend. Marloes moest het hem nageven, als ze geen "dom spel" aan het spelen waren was Jorg veel minder passief. Ze staarde hem na. In deze verschrikkelijke 4 maanden hadden ze elkaar veel beter leren kennen. Marloes had nog nooit zoveel vriendschap voor hem gevoeld, ze was er zelfs niet zeker van dat het alleen maar vriendschap was. Terwijl ze zijn wapperende, verscheurde, T-shirt nastaarde droomde ze van hun twee ergens in een knus appartementje midden in de stad. Maar haar droom werd bruusk verscheurd toen de bewaker in de verte aan kwam rennen met nog 3 metgezellen. En Jorg was nog altijd nergens te bekennen! Wat zouden ze doen als ze hem in die cabine betrapten? Een beeld van hun vroegere cameraman schoot door haar hoofd en Marloes besefte dat ze iets moest doen om Jorg veilig te stellen. Ze sloot haar ogen een fractie van een seconde en schoot toen recht, het noodlot tegemoet.

Volgende keer in HUNTED
Chapter 9: Hunter
Levi stuurt Maarten, Robin en Sjors naar Colombia om al zijn problemen op te lossen. Elk van hen met hun eigen motieven, maar stuk voor stuk gemotiveerd op hun ene doel: Hilje. Ondertussen probeert Marloes Jorg uit zijn hachelijke situatie te bevrijden en maakt Hilje kennis met zijn training...

Ulysses

Hoewel het lang wachten was (FOEI! >:() en er wat foutjes instonden (DAT KRIJG JE ERVAN ALS JE JE BETALEZER NIET LAAT BETALEZEN :P), was hij het zeer zeker waard! Evenals de voorgaande keren ben ik weer benieuwd naar de volgende... ;D

Ga zo door, er is zowaar iets dat je erg goed kan! ;) :)
"If God is watching us, the least we can do is be entertaining."