Nieuws:

Vergeet niet te stemmen op de vraag van de week!

Hoofdmenu

Chapter 11: Homecoming

Gestart door poltergeist, december 16, 2008, 19:16:58 PM

Vorige topic - Volgende topic

poltergeist

Hunted is terug!
Hoe gaat het aflopen met onze helden? Kan Hilje zijn onschuld bewijzen? En zal het ooit nog goedkomen met Evelien?
Komt Yolanda op vrije voeten?
Weet Marloes haar verlies te verwerken?
Welke nieuwe karakters komen er in de ultieme finale van de serie bij?

Dat, en nog zoveel meer kan je vanaf nu uitvinden in het laatste seizoen van Hunted! Jawel het laatste. Hierna is het over and out.

Vorige keer in: Hunted
Bram wordt vermoord door Levi. Levi weet de schuld op Hilje, de ex-man van zijn vrouw Evelien te steken. Dit doet hij met de hulp van Yolanda, die in de gevangenis beland is en vanuit daar Levi nu op haar beurt afperst. Haar eis: geld, veel geld, en ze wil uit de gevangenis raken. In welgeteld 100 dagen.

Een gevluchtte Hilje beland samen met Robin in Colombia. Waar ze Marloes weten te redden, die een half jaar vastgehouden werd door rebellen. Ze kregen hulp van Sjors, niet wetende dat hij is ingehuurd om Hilje en Yolanda koud te maken. Eenmaal terug in Nederland is Hilje vastbesloten om de bewijzen in handen te krijgen dat hij onschuldig is. Het probleem is enkel dat deze bewijzen bij Yolanda liggen...

Robin verlaat zijn vrouw Elise om op zoek te gaan naar een duister geheim in zijn verleden dat alles te maken heeft met een radiatorbedrijf. Hilje kan wel eens de sleutel tot dit mysterie zijn.

Ondertussen ontravelt Evelien het grote geheim van Levi en is ze vastberaden om terug te slaan om haar zoon te wreken.

-Volume 3-


70 dagen

Het schemerde buiten toen Robert de voordeur van zijn zaak sloot. Een mooi zomerzonnetje verdween net achter de huizen. Het was een goede dag geweest. Iedereen had van de eerste echte zonnestralen van het jaar willen profiteren en was op pad gegaan met de wagen, wat een recordaantal aan dodelijke ongevallen had opgeleverd. Ja, Robert was tevreden. Hij moest zich nu wel dagelijks door een menigte huilende mensen werken die kwamen rouwen bij het lege omhulsel van vlees dat ooit een dierbare was geweest, maar dat hoorde nu eenmaal bij zijn werk. Hij liep nu regelrecht naar de stereo en zette de rouwmuziek uit.  Joe Black werd bruusk tot zwijgen gebracht. Joe Black, altijd maar die domme cd. Robert zette hem vlug uit en draaide aan wat knopjes. Toen hij plots het nummer "bring me to life" hoorde stopte hij. Q-music kon er wel mee door voor vanavond. Hij draaide zich om en liep verder. Hij liep even langs de voordeur van het crematorium om er zeker van te zijn dat die dicht was. Hij wou immers niet gestoord worden in zijn werk. Toen hij zich ervan vergewist had dat dat zo was liep hij verder. Hij opende de mooie eikenhouten deur en verliet de wereld. Hij liet de maatschappij voor wat die was en kwam terecht in zijn wereld. De wereld van de doden. Enkel de eikenhouten deur straalde nu nog een gezellig gevoel uit. De rest was kiemvrij staal. De kilte van de koelkasten was zelfs hier te voelen en Robert merkte tot zijn verbazing op dat zijn adem dampte. Hij negeerde de lijken die open en bloot op een metalen tafel lagen te drogen. Straks zou de balsem droog zijn en zou hun familie hen kunnen bezoeken. Nee, Robert gunde de starende lijken geen blik. Hij liep meteen verder naar een houten kist aan de andere kant van het vertrek. Hij duwde de kist, die op een metalen karretje stond, verder. En zo ging hij verder, door de gangen, op weg naar de oven om de persoon te cremeren. De kar bolderde over de oneffen vloer. Soms stelde hij zich voor dat zijn passagier nog niet helemaal het tijdelijke voor het eeuwige had geruild. Soms kon hij zweren dat hij handen op het scheel hoorde kloppen. Sommige mensen vonden dat een zeer enge gedachte, voor Robert was het een gedachte zoals een ander. "Bam Bam", daar had je dat geluid weer. Maar Robert was slechts over een drempel gereden en zag voor hem de oven.
Robert zette de kist met alle moeite van de wereld in de oven en stond op het punt om die dicht te slagen toen hij plots weer geklop in de kist hoorden. Robert kon enkel verbaasd kijken, dit kon toch niet? Hij haalde de kist uit de oven en klopte op het deksel en wachtte bang af op een teken uit het hiernamaals.
'Hallo?' zei Robert tenslotte.
Het bleef stil. Nu begon Robert het wel een enge gedachte te vinden. Net toen hij had besloten dat hij het zich had ingebeeld en de kist weer in de oven wou steken hoorde hij weer een geklop in de kist. Hij had nu zelfs gezworen dat hij een klein stemmetje om hulp had horen roepen. Robert bleef naar het deksel kijken en legde zijn oor toen op de kist.
'Help! Is daar iemand!'
Het kwam van diep, maar was toch duidelijk hoorbaar. Robert bleef gebiologeerd naar de kist staren.
'Zo zo Mathias, ik had niet verwacht dat die verdoving nu al uitgewerkt zou zijn. Nu ben je toch nog op tijd om de grote finale bij te wonen.'
Robert glimlachte toen uit de kist een klein paniekerig stemmetje klonk.
'Robert? Robert eikel! Haal me hieruit!'
'Jij hebt me geen commentaar te geven Mathias. Doe Joost maar de groeten van me, hij ligt onder je. En is in tegenstelling tot jou, al dood.'
Robert kon het niet nalaten om met zijn hand nog even over het deksel te wrijven. Maar nu was de speeltijd over. Hij duwde de kist weer in de oven en sloeg die met een harde klap dicht. Zelfs vanuit de oven was Mathias nu duidelijk te horen. Als mensen maar genoeg hun best deden konden ze alles.
'Je hoeft geen moeite te doen Mathias, je weet goed genoeg dat je dit verdient.'
'Robert! Alstublieft! Robert!'
Maar Robert luisterde niet, hij haalde de hendel over en keek tevreden toe hoe er vlammen in de crematieoven opwelden.
'Nu kan enkel de duivel je nog redden Mathias.'
'Robert! Niet doen! Ik smeek je! Komaan Rob..'
De rest van de zin ging verloren in een afschuwelijke krijs. Het vuur begon stilaan aan het vlees van Mathias te likken. Spoedig zou al het vlees eraf zijn gesmolten en konden de vlammen aan de botten beginnen.
Robert draaide zich om en zong verder mee op het deuntje van de radio, al was het maar om het geschreeuw van Mathias te overtreffen.
'Save me, call my name and save me from the dark!'

65 dagen
Een rookwolk trok in een onmenselijk tempo op en waaide over heel het oerwoud, een onmenselijke schreeuw was te horen. Marloes wou wegkijken, maar ze kon het niet. Ze wou niet dat Jorg zou denken dat ze hem had opgegeven. Door de crash was het metaal van de linkerkant van de wagen verwrongen en hield het Jorg tegen zijn stuur geklemd. Hij leek nu wel spookachtig te zweven zoals hij daar hing in de gekantelde wagen, vastgeklemd in zijn eigen stoel. Er kwam bloed uit zijn neus en zijn armen zaten onder de schrammen. Het tafereel werd nog erger toen Robin zag hoe de vlammen langzaam maar zeker over de motorkap likte. De wagen zou spoedig ontploffen. Ze moesten Jorg er vlug uitkrijgen. Marloes trok aan het portier van Jorg, maar dat was verwrongen en was onmogelijk te openen. Gelukkig was het glas van de zijramen gebroken en boog ze zich over Jorg heen.
'We halen je hieruit Jorg! Dat beloof ik je!'
Ondertussen trok Robin met al zijn macht aan het stuur, maar dat weigerde los te komen.
Met 3 stonden ze aan de auto te trekken, maar zelfs met 3 kregen ze Jorg niet uit zijn benarde situatie. Dikke zwarte rookpluimen schoten omhoog vanuit de motorkap, het zou niet lang meer duren.
'Kom op Jorg! Je gaat het halen!'
Hilje trok aan de zetel, maar die weigerde om ook maar een centimeter te verplaatsen. Achter hen begonnen de propellers steeds harder te draaien.
'Kom! We moeten weg!' riep Sjors vanuit de helikopter.
'Ik laat Jorg niet achter!'
Hilje wist dat Marloes het meende toen hij naar haar keek. Ze had overal schrammen, maar ze hield zich taai. Toch stonden haar ogen vol met tranen.
'Op drie trekken! 1-2-3!'
Maar ook nu leek het niet over te gaan. Hilje keek achterom, waar wel 4 jeeps tegelijk op hen afstormde, geheel gevuld met farc rebellen. Ook Jorg had het gezien.
'Jullie moeten vertrekken! Jij moet vertrekken Marloes! Ik ben al verloren, maar jij nog niet. Blijf alstublieft niet achter voor mij. Ga niet dood voor mij!'
'Ik laat je niet achter! Je moet het halen Jorg! We hebben het tot nu toe altijd gehaald!'
'Ga weg Marloes!'
Maar Marloes bukte zich nog dieper over Jorg en kuste hem vurig op zijn mond. Het was een dramatisch ogenblik, de rebellen kwamen aanstormen en Hilje wist dat ze echt weg moeten. Ook Robin keek wanhopig om zich heen en maakte toen een keuze. Hij greep Marloes beet en zwierde haar over zijn schouder. De dramatische kus was plots ten einde. Maar Marloes gaf de strijd niet zo vlug op.
'Laat me los klootzak! Ik laat hem niet achter! Ik heb het hem beloofd!'
Marloes stootte haar elleboog naar achteren en raakte Robin vol op zijn kaak, die duidelijk hoorbaar brak. Robin tastte naar zijn gezicht en liet Marloes los, die stoof naar de wagen en rukte met 1 hand het portier open en haalde Jorg uit de brandende wagen. Die kon haar enkel verbaasd aankijken.
'Ik zei toch dat ik je niet zou achterlaten.'
Marloes keek Jorg met een vertederende blik aan en stapte toen langzaam naar de helikopter met Jorg nog stevig in haar handen geklemd. De wagen ontplofte net achter haar. Maar Jorg was veilig. Zij waren veilig.

Marloes schoot wakker. Buiten schemerde het. De zon zou spoedig opkomen. De harde stenen vloer drukte op haar gewrichten, maar Marloes was het verleerd om op een zacht bed te slapen. Zoveel comfort was ze immers niet meer gewend. Even dacht ze weer aan haar droom. Hoopvol keek ze naar rechts, maar haar bed was leeg. Voor een moment had ze verwacht om Jorg te zien liggen, vredig en wel. Voor een tel had ze geloofd dat zij en Jorg voor altijd samen konden zijn. Altijd samen in bed.
Marloes stond op, ze wist toch dat ze de slaap niet meer kon vatten, de herinnering aan Jorg die naar haar glimlachte was nog te dichtbij. Daarom ging ze maar de krakende trap af en zette de tv aan. Ze nam zonder enig doel de afstandsbediening en liet uiteindelijk Astro contact staan.
"Leef voor ons beiden" Jorg had makkelijk praten. Hoe kon hij ooit verwachten dat ze ooit gelukkig zou zijn zonder hem? Er was weer gekraak te horen en Marloes keek op. Haar moeder kwam de trap af. Ze had een bezorgde blik over haar gezicht die versterkt werden door grote wallen. Ze sliep al dagen niet meer omdat ze zich zo'n zorgen maakte over haar enige dochter.
'Jij bent vroeg op lieverd, wil je niet nog even in je bedje kruipen?'
'Nee mams, het gaat prima. Het gaat uitstekend met me. Waarom blijft iedereen me dat vragen? Het gaat uitstekend!'
Zonder het te beseffen was Marloes opgestaan en had ze een kussen van de sofa krampachtig in haar handen geklemd. De tranen stonden in haar ogen.
'Ach lieverd'
De moeder van Marloes kwam op haar af, vast op weg naar haar volgende vertederende knuffel maar Marloes wist haar te ontwijken en liep met 2 treden de trap op.
'Laat me nu toch eens gewoon gerust! Doe niet alsof je me begrijpt! Niemand kan me begrijpen!'
Het volgende moment vloog de deur van haar kamer met een knal dicht.
De moeder van Marloes liet zich in de zetel vallen. Ze hield zich voor dat het spoedig voorbij zal zijn. Dat Marloes over de dood van haar vriend raakte en dat ze eindelijk nog eens van dit leven kon genieten.

Levi stapte vermoeid de keuken binnen. Het was gisteren een zware dag geweest. Hij was zijn laptop verloren. Hij wist niet waar, misschien op de trein, misschien op kantoor. Hij liet zich in een stoel vallen en keek naar buiten, waar het net licht begon te worden.
'Zeggen we geen goedemorgen meer?' zei Evelien die bij het aanrecht stond. Ze nam de koffiekan en schonk haarzelf in en zette toen de kan weer op het keukenblad.
'Schenken we niet meer voor ons beiden in?' reageerde Levi bot. Evelien keek hem vernietigend aan en Levi durfde onmiddellijk geen woord meer zeggen. Evelien was verandert. Hij wist niet door wat maar ze was koeler, afstandelijker. Ze hadden de laatste tijd niets avontuurlijk meer gedaan, zelfs niet in bed. Vroeger een van de favoriete speeltuintjes van Evelien.
Levi stond toen maar zelf recht om de koffie te pakken.
'Heb jij men laptop nu al gevonden? Ik heb het Patrick al gevraagd op werk, maar die zag hem ook niet. Misschien ligt die hier thuis?'
'Als jij je spullen laat slingeren wil dat nog niet zeggen dat ik ze moet zoeken.'
Evelien dronk een grote slok koffie, om haar uitspraak meer kracht bij te zetten. Vervolgens stond ze recht.
'Ik ga naar kantoor, jij kookt.'
Levi keek haar lachend aan.
'Jij? Naar kantoor? Je hebt hetzelfde aan als gisteren!'
'En dan? Mag een mens niet 2 keer hetzelfde dragen?'
'Een mens wel, maar de mode koningin van Nederland?'
'En jij je maar afvragen waarom je zo weinig actie krijgt.'
Evelien nam haar jas en stoof zonder verder een woord te zeggen de deur uit. Ja, er was duidelijk iets verandert aan Evelien.

Maar nog maar net was Marloes haar moeder terug naar boven gesukkeld en uitgeput op haar bed in slaap gevallen toen Marloes de voordeur liet dichtvallen. De zon straalde in haar gezicht. De zon zou niet mogen stralen. Niet vandaag. Het zou moeten regenen. Jorg was dood. De enige die ooit van haar had gehouden was dood. Maar de wereld negeerde het. De zon straalde als nooit tevoren, buren begroette elkaar hartelijk terwijl ze hun post gingen halen en lachten hartelijk om elkaars grappen, die ze vast en zeker gisteren gehoord hadden in een of ander vrolijk tv-programma. Marloes negeerde haar wagen. Ze haatte wagens. Een wagen had Jorg van haar weggenomen. Marloes wendde haar blik af van een frisse groene struik die de zon begroette. De bomen hadden Jorg van haar weggenomen. Ze liep verder. Steeds verder, zonder omkijken. De wereld draaide door, met of zonder Jorg. Maar niemand leek dat te begrijpen. Ze passeerde een krantenkiosk waar het gezicht van Robin haar aanstaarde. Vorige week was het al groot nieuws en nu nog steeds hadden de kranten er niet genoeg van. Ze kocht de krant, al was het maar om toch een vriendelijk gezicht bij zich te dragen, en betaalde de krantenman. Net toen hij de krant wou geven keek hij strak in haar ogen. Marloes zag hoe zijn mond openging. Ze wist nu al wat ze ging zeggen.
'Ja ik ben het. Ik ben die rare halfmens die een half jaar in een oerwoud heeft doorgebracht met rebellen. En nee, ik vertel je niets! En heb je geen andere boekjes die beter geschikt zijn om aan te gapen?'
Marloes trok de krant uit de man zijn handen en stoof verder. Met een vernietigende blik keek ze naar de man. Die bleef verbijsterd achter. Hij had stalen ogen gezien. Ogen, diep verscholen in hun kassen, donker omlijnt. Ogen die geen sprenkeltje hoop meer kenden. Ogen die een verloren ziel verscholen.

'Paulo! Hier komen!'
Evelien paradeerde op haar prada schoenen over de ontwerp afdeling van haar mode bedrijf.
Paulo kwam als een bang hondje aanrennen. Als Evelien iets van je wou dan kon je dat maar zo snel mogelijk geven. Ze was een bitch op het werk. Ze ging over lijken.
'Heb je alle data al?'
Paulo keek haar gechoqueerd aan. Zo hard zelfs dat het zelfs Evelien ergerde.
'En gedraag je nu toch eens als een man! Het is niet dat je een pure flikker bent dat je op alles zo overdreven moet reageren! Kom op, hoe staat het ermee?'
Paulo had zich voorbereid voor een discussie over de kleur van garen in zijn nieuwste collectie die hij zonder haar toestemming had gebruikt, maar tegenwoordig had Evelien hem al vaker laten verrast. Gisteren had ze zelfs gevraagd of zijn vriend, een computerexpert, eens naar een laptop wou kijken. Blijkbaar was Evelien haar paswoord vergeten en kon ze nu niet meer aanmelden op haar laptop. Iets wat totaal niet door de beugel kon als hij het eens zou riskeren iets te vergeten.
'Heeft je vriendje al iets op die laptop gevonden die ik je gisteren gaf?'
'Wat? Laptop?'
'Ja laptop Paulo. Je weet wel, zwart, computerachtig. Flikkert soms. Net daarom verbaast het me dat je dat niet kent.'
'Flikker! Natuurlijk, je bent ook zo grappig Evelien.' Paulo's ogen konden wel vuur schieten
'Patrick had deze morgen nog niets gevonden, maar hij had ook geen tijd. Het was gisteren nogal laat begrijp je?'
Paulo besefte te laat dat hij een zeer ernstige fout gemaakt had. De ogen van Evelien waren plots staal bevroren.
'Ik wil morgen weten wat er op die laptop staat, of ik ontsla je. Begrepen? En om er zeker van te zijn dat het vannacht niet te laat wordt: in die collectie heb je de verkeerde garen gebruikt. Je gaat ze stuk voor stuk veranderen. Al kost je dat heel de nacht, begrepen?'
'Maar dat gaat uren kosten! Ik ga nooit op tijd thuis zijn!'
Paulo trok zijn puppy ogen weer open.
'Gosh, daar hebben we die gechoqueerde look weer! Wat denk je nu eigelijk dat de bedoeling is, liefje?'
Evelien paradeerde weg. Paulo kon haar enkel nakijken. Nog nooit had hij zoveel haat gevoeld.

Robin zapte van kanaal naar kanaal, maar overal zag hij zijn gezicht. 'Jongen redt tijdens vakantie Nederlandse uit de handen van rebellen.' Robin keek naar buiten en zag het zwarte busje weer staan. Hij was er zeker van dat zodra hij naar buiten ging om nog maar de krant te halen er duizenden journalisten uit zouden springen. Hoe waren ze ooit zo naïef kunnen zijn om te denken dat de journalisten hem niet zouden volgen? Voorlopig verbleven Robin en Hilje bij Sjors thuis. Het was maar voor even. Hilje werd nog altijd gezocht en Robin voelde er niets voor om terug te keren naar zijn bestaan waar hij niets meer betekende. Nee, eerst wou Robin Hilje nog helpen. Ze zouden terugvechten. Ze zouden bewijzen dat Levi Bram had vermoord. Sjors en Hilje hadden zich boven weeral opgesloten, druk plannen aan het maken over hoe ze het zouden aanpakken. Robin had het al lang opgegeven zich ermee te moeien. Hij voelde zich altijd zo dom als hij hoorde met wat die twee mannen verzonnen. Misschien kon hij toch maar beter weggaan. Hij was nutteloos. Maar toen hij dat eens stilletjes tegen Hilje had gezegd was die zo boos geworden dat Robin had moeten zweren dat hij niet stilletjes zou vertrekken.
Plots klopte er iemand op de achterdeur. Maar Robin negeerde het. Het was vast een journalist die het lef had om langs de tuin te komen. Hij zette de TV harder. Maar het geklop bleef aanhouden. Uiteindelijk stond Robin vervelend op en schuifelde naar de achterdeur. Hij trok die met een ruk open.
'Kun je dan nooit eens iemand zijn rust gunnen! Ik zit jou toch ook niet...' Maar Robin stopte onmiddellijk. Marloes stond voor zijn deur.
'Mag ik binnenkomen of wil je nog langer naar me schreeuwen?' vroeg ze. De woorden klonken hard, maar toen Robin haar aankeek leken haar ogen waterig. Ze had duidelijk gehuild.
'Sorry, ik bedoelde het niet zo, het is alleen. Die rotjournalisten.'
Een flauwe glimlach verscheen op haar gezicht. Haar ijzeren masker vertoonde een breuk en Marloes omhelsde Robin.
'Ik weet het. Ik maak het ook mee.'
'Ik ben blij dat je nog is komt. Ik voel me hier zo alleen sinds Hilje en Sjors hun nieuwe mission impossible plannen. Wil je binnenkomen en wat TV kijken?'
'Het is al zo lang geleden dat iemand eens iets anders vraagt dan "Hoe gaat het?" of "Wat is er gebeurd?".'
'Is dat een ja?'
'Dat is inderdaad een ja meneer Robin.'
Marloes zette zich in de zetel, en naarmate de film vorderde kroop ze steeds dichter bij Robin. Die omhelsde haar teder. Het deed zo goed om nog eens een warm gevoel te krijgen. Beiden hielden ze zich voor dat het voor het dekentje was. Beiden wisten echter beter. Beiden hadden ze iemand verloren in wie ze troost konden vinden.


Volgende keer in Hunted

Chapter 12: Crossroads
Yolanda komt in de problemen met een gewaagd plan. Evelien zit dichter bij de waarheid dan ook, maar dat is Levi ook. En Robin krijgt een zeer onverwachtte gast over de vloer.


Ulysses

In de problemen komen terwijl je in de bakl zit.. Go ik! :P
"If God is watching us, the least we can do is be entertaining."


levi123

Goed hoofdstuk weer.
En eh...zonder dat je het wist heb je gewoon mijn favo nummer van mijn favo band in het verhaal verwerkt!! [jumpiej] [jumpiej] [jumpiej]
My name is Very Fucking Confused;what's your name?