Nieuws:

Vergeet niet te stemmen op de vraag van de week!

Hoofdmenu

Chapter 12: Crossroads

Gestart door poltergeist, december 31, 2008, 16:32:35 PM

Vorige topic - Volgende topic

poltergeist

Vorige keer in Hunted
Elise en Robin zijn gelukkig samen, maar Elise maakt het uit zodra Robin ervan wordt verdacht van brandstichting in de fabriek waarin hij werkte. De laatste keer dat we Elise zagen was ze gelukkig getrouwd met Yannick. Een hopeloze Robin raakt met Hilje verzeilt in Colombia, waar ze Marloes weten te redden. Hilje wil bewijzen dat hij onschuldig is van de moord op Bram en moet daarvoor geholpen worden door Yolanda.

HUNTED

64 dagen
Iedereen keek naar haar. Iedereen. Niemand schonk enige aandacht aan de prachtige figuren van glas in lood helder schenen in de stralen van de ondergaande zon. Niemand lette op het vreemde rozige licht dat door de kerk leek te zweven. Niemand had enige aandacht voor de marmeren beelden, het kinderkoor of zelfs voor de duiven die onrustig in hun mand op hun lot zaten te wachten. Nee, iedereen lette op haar. Op haar en niemand anders. Nog nooit was Yolanda zo gelukkig geweest. En ook zij straalde, ze glimlachte al heel de dag, ze kon gewoonweg niet stoppen. Traag maar zelfverzekerd schoof ze over het rode tapijt. Op de achtergrond hoorde ze mensen snotteren. Ze genoot ervan. Dit was haar moment, dit gesnotter kwam haar toe. Haar en haar man. Ja, daar stond hij, van voor bij het altaar. Hij keek haar aan en hij glimlachte terug. Hij had een zwart armani pak aan. Ze had geen idee hoe hij dat ooit had betaald maar het stond hem prachtig. Ook hij straalde toen hij haar zag. Zij was zijn leven. Voor eeuwig en altijd.
Vreemd genoeg vond Yolanda dat niet beangstigend, ze had het zelfs al een plaats gegeven in haar leven. Zij, Lennart en niets anders. Wat meer moest ze immers hebben? Terwijl ze verder mijmerde over deze gedachte vlogen de woorden van de pastoor haar ongeïnteresseerd voorbij. Zolang ze ja zei had ze genoeg gedaan. Niets kon Lennart van haar afnemen.
'En als er iemand hier iets tegen dit huwelijk heeft, moet deze nu spreken of voor altijd zwijgen.'
De woorden van de pastoor drongen als een schok tot Yolanda door. Ze werd wakker uit haar herinneringen en keek de zaal voor de eerste keer rond. Niemand verroerde zich, iedereen keek hen met een gelukkige blik aan. Zelfs haar nonkel deed geen moeite om onopzettelijk te kuchten.
De pastoor keek en zag dat het goed was.
'Goed dan...'
Maar hij werd abrupt gestopt toen de kerkdeuren met een knal openvlogen en een motor met gierende banden door het gangpad begon te rijden. Yolanda draaide zich verbaasd om, totaal van de wereld. De bestuurder van de motor had een zwarte helm op met spiegelend glas. Het volgende wat Yolanda opviel was het wapen in zijn handen. Terwijl hij snelheid maakte over de rode loper stak hij zen hand uit en richtte.
Toen was er de knal. Die ongrijpbare knal. Een knal die alles deed verstommen. Alles leek tegelijk te gebeuren. Alle genodigden zaten verstomd naar de onuitgenodigde gast te kijken die kwam aanstormen op zijn motor. Yolanda meende zelfs de kogel te zien die traag maar zeker hun richting opkwam. Ze wilde wegduiken, was van plan weg te duiken maar ze stond als versteend aan het altaar. Ze kon enkel een geluidsloze schreeuw uitbrengen. Ze keek naar Lennart, die naar haar dook om haar mee te trekken in de veiligheid van de reuzenpilaren. Ze zag de strijdvaardigheid in zijn ogen. Maar toen trof de kogel eindelijk zijn doel. Bloed spatte uit de borstkas van Lennart. Zijn ogen vervaagden in de ene tel van levendig naar doods. Zijn dode gewicht viel op Yolanda waardoor ze op de harde kille kerkvloer viel. Ze kon niet bevatten wat er gebeurd was. Ze keek weer naar het gangpad, maar door de dode vingers van Lennart zag ze dat de motorrijder alweer vertrokken was. Ze voelde hoe het bloed van Lennart langzaam over haar heen stromen en Yolanda wist toen al dat ze ooit wraak zou nemen op hem.

Yolanda schrok wakker. Ze voelde het zout van haar tranen niet die talrijk over haar wangen stroomden. Ze voelde de kilte van haar cel niet. Ze merkte niet eens dat ze steeds weer 'nee' mompelde terwijl ze onrustig heen en weer bewoog. Yolanda was weg van deze wereld. Steeds weer dacht ze aan de motorrijder. Ze zou wraak op hem nemen. Dat wist ze nu al, dat wist ze toen al. Het was toen dat ze had besloten om bij de politie te gaan. Hem kostte wat het kost op te sporen, hem opjagen en hem doden. Maar het lot had anders beslist. Tijdens haar talrijke pogingen om iets meer te weten te komen kwam ze steeds meer dieper in het duistere wereldje van criminaliteit terecht. Nog even dieper, nog een moord meer, en dan vertrouwden de bedriegers haar misschien genoeg om een naam te geven.
Het enige wat Yolanda van de motorrijder wist was een politierapport, dat voor onduidelijke redenen veel te snel geklasseerd was, met daarin een foto zonder helm van de motorrijder afkomstig van een beveiligingscamera van een naburige winkel. Maar niemand van Yolandas duistere contacten wisten wie de man was. Maar het geld en de macht begonnen hun tol te eisen en Yolanda veranderde langzaam maar zeker in een soortgenoot van de motorrijder.

Robin keek Hilje gespannen aan. Beide blikken schoten vuur. Beiden wisten dat een van beiden eraan moest. De spanning was te snijden. Sjors keek beiden gefascineerd aan, maar hij wist dat het iets was waar hij niets aan kon doen. Een van de twee zou de ander afmaken. Voor Sjors maakte het niet uit. Wie er ook zou winnen, hij zou erdoor verliezen. Marloes liet haar blik door het akelige tafereel gaan.
'Zeker dat je het lef hebt om door te gaan Hilje? Ga je niet weer lopen zoals vorige keer?'
Robin koos zijn woorden zorgvuldig en vuurde ze stuk voor stuk af op Hilje.
'Wat je ook doet Robin, je bent niet van me af. Ik volg je overal.'
Marloes keek de beide heren aan. Ze knikte begrijpend.
'De laatste kaart!' zei ze in een overdreven fluisterende stem. Haar hand ging naar de stapel kaarten en ze nam de bovenste.
'Klaveren aas! Alle 5 de kaarten liggen er heren. Wat doen jullie?'
Sjors vloekte binnensmonds. Hij had gefold hoewel hij een aas had. Maar hij had al zoveel verloren in dit vervloekte pokerspel.
'Ik raise met 15 euro. All-in of niets Hilje. De keuze is aan jou.' Robin keek Hilje pas aan toen hij zijn inzet naar het midden van de tafel had geschoven, die nu uitpuilde van de chips.
Hilje keek zijn kaarten triest aan. Hij zou zoveel verliezen als hij nu zou stoppen, maar hij kon nog zoveel meer kwijtraken door mee te gaan. Hij keek weer naar Robin, die hem uitdagend aankeken. Toch merkte Hilje hoe de linkerhand van Robin trillend bij zijn overgebleven chips lag.
'Laten we het wat spannender maken.' Zei Hilje. 'Als jij 50 euro bijlegt dan leg ik een briefje in de pot waarop staat dat ik plechtig beloof niet op bezoek te gaan bij Yolanda. Dan is die discussie ook eindelijk uit de baan.'
Robin keek gebiologeerd naar Hilje. Zo'n inzet zou hij alleen maar doen met echt goede kaarten. Hij keek Hilje aan die gespannen op zijn stoel zat. Hij had enkel oog voor zijn kaarten. Misschien was hij zeker van zijn zaak. Misschien had hij wel de beste kaarten. Robin keek weer even naar zijn eigen kaarten. Een full house met azen en zessen. Had Hilje beter? Had hij superkaarten? Zei hij daarom dit? Misschien... Tenzij..
'Je bluft!' Zei Robin. En hij schoof 50 euro aan chips bij in de pot. Hilje lachte tevreden. Marloes haar ademhaling was hoorbaal versneld. Een week eerder was Hilje eindelijk eens van de zolder vanaf gekomen met Sjors. Ze hadden een ultiem plan bedacht. Maar Daarvoor moest iemand Yolanda in de gevangenis bezoeken en Hilje had erop gestaan dat hij dat zou doen, tot grote onvrede van Robin die dat te gevaarlijk vond.
'Laat jullie kaarten maar zien.' Zei Marloes en ze keek Robin aan.
'Full house van 3 azen en 2 zessen! Kom daar maar eens over meneer blufkont. Hier gaat je kans om in 1 klap de rijkste aan de tafel te worden.'
'Kalm aan jongetje.'
Hilje legde zijn 2 kaarten op tafel. Klaveren heer en klaveren Boer.
'Straight flush, beste jongen. Ik win.'
Hilje greep naar de pot terwijl Robin halsstarrig op zoek ging naar verborgen kaarten op de vloer.
'En morgen ga ik naar Yolanda' zei Hilje terwijl hij de rest van het gezelschap aanstaarde. Iedereen wist dat hij de eerste de beste zou neerbliksemen die iets ertegen in durfde te brengen.

63 dagen
Levi gooide de kleerkast van zijn vrouw overhoop. Ze verborg iets. Ze was de laatste tijd veranderd. Veel te hard verandert. Misschien was het iets onnuttig. Misschien ging ze alleen maar vreemd met een andere man. Alstublieft God, laat haar vreemdgaan! Dacht Levi. Het was de eerste keer in jaren dat hij aan God had gedacht. Laat haar alstublieft niets uitgevonden hebben van zijn plan om later met haar fortuin te gaan lopen, of nog erger, dat ze iets over Bram had ontdekt. Gelukkig was Yolanda gestopt met foto's van de moord te sturen. Maar daar had hij wel een prijs voor moeten betalen. 500 000 euro... Levi durfde niet meer terugdenken aan de dag dat hij in de raad van bestuur in zijn onderneming eiste om een tantième van 500 000 euro aan de bedrijfsleider uit te keren. Gelukkig had hij de juiste overtuigingskracht, en de nodige chantagetroeven, om de rest van de raad te overtuigen. Net toen hij een rode jurk over zijn schouder smeet hoorde hij de telefoon overgaan. Toen hij het nummer zag fleurde hij weer iets wat op. Nieuws van het vijandige kamp.
'Met mij' zei Levi die terugdacht aan de talrijke films waar Amerika ieder telefoontje ter wereld afluisterde.
'Het gaat in orde komen. Fase 1 is in werking getreden. Heb jij haar al gewaarschuwd?'
Levi kickte op de toon van die zin. Het had iets duisters. Iets markant.
'Goed zo, en ja ik heb haar al het nodige gezegd.'
'De locatie heb ik je net per mail gestuurd, de tijd bel ik je nog wel eens door.'
'Mail zeg je?'
Levi voelde hoe er zich een knoop in zijn maag vormde.
'Ja, is daar iets mis mee?'
'Nee nee, nog niet. Ik spreek je nog wel.'
Levi haakte in en keek moedeloos uit het raam. Een ongeluk kwam ook nooit alleen.

Sjors zette zijn gsm af en wisselde vlug van telefoonkaart. Levi klonk ongerust. Maar wat? Ach ja, eigenlijk kon het Sjors niet schelen. Zolang hij maar betaalde.

'Yolanda? Scheelt er iets? Je bent al heel de dag zo afwezig.'
Christien ging naast Yolanda zitten. Ze was het gevangenisleven verrassend genoeg gewend, waarschijnlijk omdat Yolanda haar overal in bijstond. "We zijn immers roomies". Toch had ze geleerd dat Yolanda ook een gevoelig kantje had. Meermaals had ze haar in haar slaap horen snikken.
'Yolanda?'
Uiteindelijk keek Yolanda haar aan, maar net toen ze iets wou terugzeggen galmde er een stem door hun cel.
'Yolanda! Mee komen! Je hebt bezoek!'
Christien keek doorheen de tralies. Hun cipier, Judith, stond hen daar aan te gapen. Alsof ze leeuwen in een zoo waren.
'Ik denk niet dat ze zoveel zin heeft...' zei Christien.
'Wie heeft u iets gevraagd Mevrouw Van Damme?' Judith deed de celdeur open en Yolanda liep uit gewoonte met haar mee. Yolanda had nooit gedacht dat ze op deze dag nog leuk nieuws zou kunnen verwachten. Ze had het echter vreselijk mis.

Yolanda volgde Judith de steriele kamer in. De enige kamer in heel de gevangenis die dagelijks onderhouden werd, het was immers de enige plek waar de niet-gevangenen konden komen. Nuja, buiten het kamertje voor getrouwde stellen, maar dat was een verhaal apart. Yolanda keek de zaal rond maar zag geen enkel vertrouwd gezicht. Wie had ze verwacht? Levi? Of Evelien? Of een ander duivelse persoon? Uiteindelijk stak een rare man zijn hand op toen haar blik over hem gleed. Hij droeg een bril die qua montuur niet veel moest onderdoen voor Balkenende. Zijn haar was onnatuurlijk fel bruin en lag veel te goed in zijn plooi. Yolanda herkende moeilijke mensen als ze er 1 zag. En dit was een hele moeilijke.
'Wat is er?' vroeg Yo die zich zomaar op de vastgeschroefde kruk liet vallen en de man nog wat meer observeerde. Zijn ogen, ze kende die ogen. Maar waarvandaan? Die verdomde glazen ook die veel te veel afleiding boden.
'Yolanda, lang geleden.'
De man permitteerde zich ook nog wat. Zo tijd rekken door nodeloze informatie te verspillen. Ze kende maar een iemand die zo kon zagen zonder iets nuttigs te vertellen.
'Inderdaad Hilje, waar heb jij gezeten? Je ziet er helemaal... Uitgeslagen uit.'
'Robin zijn schuld, ik heb de kleurshampoo er niet lang genoeg in laten zitten en nu lijkt het meer een kerstboom die te lang tegen de verwarming heeft gestaan dan op haar.'
'Maar Hilje toch, je weet toch dat er zoiets bestaat als een pruik?'
'Nog altijd even vriendelijk merk ik, het is trouwens Martijn vanaf nu.'
Hilje leunde iets naar achteren en daagde Yolanda duidelijk uit voor een volgende aanval. Yolanda wist haar glimlach in te houden. Het mentale spelletje was duidelijk begonnen.
'Maar goed' vervolgde Hilje, 'Ik ben niet gekomen om je te vertellen hoe het weer buiten is, daar heb jij toch niets aan vermits jij altijd in je cel zit te verkleumen, ik ben hier voor zaken.'
'Begin dan maar te vertellen Hilje.' Yolanda negeerde met een sluwe glimlach Hiljes wens om Martijn als naam te gebruiken. 'Ik heb niet heel de dag de tijd. Ik moet nog wat groentjes gaan afpersen. Ik vind het trouwens wel dapper van je dat je je hier durft te vertonen, je weet toch dat maagdelijke types zoals jij gegeerd zijn onder de douches?'
'Ik ben hier niet om over jou trauma ervaring te praten Yolanda. Je moet iets voor mij doen. Voor ons doen.'
Hilje boog zich naar voren en keek Yolanda strak aan.
'En waarom zou ik jou helpen?'
'Omdat het jezelf ook helpt, hier.'
Hilje keek nerveus om zich heen. Toen hij er zeker van was dat de cipiers afgeleid waren door mooie vrouwelijke gedaantes of hun donuts, voor degenen die de moed al hadden opgegeven, opende hij zijn vuist en duwde snel iets in de handen van Yolanda.
Yolanda keek vaag naar het flesje.
'Antivries? Zo erg is het net niet gesteld met onze celsloten, maar toch bedankt Hilje.'
Hoewel Yolanda er hatelijk over deed stak ze toch snel het flesje weg onder haar kleding. Alles had een waarde in de gevangenis. De rest van het gesprek volgde ze maar half. Ze was al volop bezig met het plan dat Hilje haar voor had gehouden. Het beviel haar wel. Al had Yolanda meer verwondering voor de manier waar Levi het klaar had gespeeld om Hilje als zijn handpop te gebruiken.

'Waar blijft die toch! We hadden hem nooit mogen laten gaan! Ik hoop maar dat die een pet draagt want hij lijkt nu wel een wandelend verkeerslicht met dat oranje haar!'
Robin ijsbeerde door de living en keek elke seconde uit het raam. De journalisten waren uiteindelijk verdwenen, er was weer een nieuw politiek schandaal uitgelekt dat veel spectaculairder was dan hun mysterieuze terugkeer uit het midden van nergens.
'Wees nu toch een kalm, alles komt goed. Sjors maakt zich toch ook geen zorgen?'
Marloes zat zorgeloos naar "spuiten en slikken" te kijken.
'Sjors ook, die maakt zich nog geen zorgen als het huis in de fik zou staan en hij opgesloten zou zitten op de zolder!'
'Ach Robin...'
Marloes kroop uit de zetel en liep naar de ijsberende Robin toe. Net toen ze aanstalten wou maken om hem te knuffelen ging de deurbel. Als een bezetene rende Robin naar de voordeur, Marloes wist zeker dat hij daar deze avond spijt van zou hebben en ze voelde al een lichte hoofdpijn opsteken.
De deur vloog open en Robin keek halsstarrig naar buiten. Hij zag echter geen oranje haar. Wat hij zag was prachtig golvend blond haar, met een stel prachtige blauwe ogen eronder.
Robin kwam maar niet uit zijn woorden. Uiteindelijk kon hij amper de woorden uitbrengen.
'E.. Elise. Wat doe jij hier?'
Elise keek Robin aan en ze had duidelijk tranen in haar ogen.
'Ik geloof je nu Robin. Ik geloof je. Ik kom je helpen...'

Volgende keer in Hunted:

Chapter 13: Con Men
In de gevangenis worden de kaarten geschut. Elise geeft Robin informatie over zijn verleden, maar de prijs daarvoor is misschien wel hoger dan eerst gedacht. Er worden zeer moeilijke keuzes gemaakt die het leven van iedereen zullen beïnvloeden.

hillo

Spannend ;D Wanneer komt de volgende? :P